Oud-Formule 1-coureur Marcus Ericsson stelt dat het momentum na de eerste vijf races van het seizoen bij Red Bull ligt. De IndyCar-coureur benadrukt dat de verschillen klein zijn, maar is ook van mening dat Ferrari meer werk te doen heeft.

Red Bull en Ferrari waren opnieuw de hoofdrolspelers in Miami, waar de eerste startrij rood kleurde maar aan het einde van de race Max Verstappen op de hoogste trede van het podium stond. “Het was erg indrukwekkend”, zegt Ericsson in de F1 Nation-podcast. “Ze zetten weer een extra stapje op het moment dat het nodig was. Zij hebben de afgelopen races een voordeel gehad ten opzichte van Ferrari. Het zit erg dicht bij elkaar, maar Max doet het erg goed op dit moment”, oordeelt de oud-Sauber-coureur.

Ericsson voelt dat ook na de afgelopen races dat het momentum bij Red Bull ligt. “Het is al de tweede keer dat ze Charles Leclerc verschalken. Ferrari had wel de baanpositie, maar Red Bull heeft een beetje meer snelheid, met name in de race. Ferrari heeft wel wat werk te doen om dat terug te pakken. Het zit nog steeds dicht bij elkaar, maar Max doet het erg, erg goed.”

Lees ook: ‘Max Verstappen laat zien dat hij de wereldtitel niet gestolen heeft’

Ericsson, die nu al enkele jaren in de Verenigde Staten leeft, merkt dat de Formule 1 meer begint te leven in dat land. “Honderd procent. Als ik tegen mensen zeg dat ik in de IndyCar zit, dan beginnen ze meteen over de Formule 1, de Netflix-show (Drive to Survive, red.). Dit weekend was daar een goed voorbeeld van. Iedereen wilde hier zijn. Ik belde Alfa Romeo een paar weken geleden op om een kaartje te regelen, toen zeiden ze dat ze me een kaartje voor de vrijdag konden regelen…”, lacht de Zweed. “Zo van, serieus?! Ik heb vier jaar voor jullie gewerkt. Uiteindelijk gaven ze wel een weekendkaartje, maar dat laat maar zien hoe populair het vandaag de dag is.”