Direct naar artikelinhoud
Waarom de diagnose ADHD vooral bij vrouwen vaak zo laat wordt gesteld

Waarom de diagnose ADHD vooral bij vrouwen vaak zo laat wordt gesteld

Als volwassenen de diagnose ADHD krijgen, voelt dat vaak als een opluchting. Maar daaraan gaat vaak wel een leven van jezelf mislukt voelen, vooraf. Wat is aangeboren ADHD precies en waarom wordt de diagnose soms zo laat gesteld?

Tekst

En waarom wordt de diagnose ADHD juist bij vrouwen zo vaak over het hoofd gezien?

Hoe zit het ook alweer?

ADHD is een aangeboren aandachttekortstoornis, waarbij bepaalde processen in de hersenen anders zijn afgesteld. Volgens onderzoek wordt ADHD voor zo’n zeventig procent erfelijk bepaald. Barbara Franke, hoogleraar moleculaire psychiatrie aan Radboudumc: “De erfelijke invloed zit niet in één specifiek gen. Bij ADHD is er sprake van misschien wel duizenden genetische verschillen die tezamen het risico op ADHD verhogen. Onlangs hebben we de eerste tachtig kunnen identificeren. Daarmee begrijpen we de biologische mechanismes die het risico op ADHD verhogen steeds beter.” Naast de genetische factoren zouden ook omgevingsfactoren, zoals: roken en/of drinken tijdens de zwangerschap kunnen zorgen voor een verhoogde kans op ADHD.

Ja, óók bij volwassenen

Bij ADHD denk je vaak aan drukke kinderen, maar in Nederland heeft ook drie tot vijf procent van de volwassenen ADHD. Dat betekent dat vijf op de honderd volwassenen onrustig, chaotisch, impulsief en snel afgeleid zijn; de meest in het oog springende kenmerken. Tachtig procent van de volwassenen met ADHD heeft chronisch slaaptekort. Ze krijgen vier keer zo veel ongelukken, twee keer zo veel met dodelijke afloop. ADHD kan een leven behoorlijk in de war schoppen. Psycholoog en neuropsycholoog Marijke van de Laar: “Iemand met ADHD kan problemen ervaren met executieve, ofwel uitvoerende, hersenfuncties die worden gereguleerd in de hersenfrontaalkwab.

Dit is het deel van de hersenen waarmee je impulsiviteit controleert, aandacht vasthoudt en initiatieven kunt nemen. Het is een cluster van controlefuncties die belangrijk zijn voor ons alledaags functioneren en het reguleren en bijstellen van gedrag. Als dit niet goed werkt, verlies je je aandacht en concentratie. Je raakt bijvoorbeeld voortdurend dingen kwijt en je administratie is een rommeltje.” Té gefocust zijn op één ding komt ook voor: dusdanig geconcentreerd met iets bezig zijn dat de omgeving dat kan ervaren als ergens in ‘doorslaan’.

Vaak late diagnose

ADHD staat voor Attention Deficit/Hyperactivity Disorder. Maar vaak is er bij volwassenen helemaal geen sprake van hyperactief gedrag. Dat is ook de reden waarom ADHD vaak pas op (veel) latere leeftijd wordt gediagnosticeerd. Barbara Franke: “Dat de diagnose bij volwassenen niet eerder is gesteld, kan komen door onvoldoende voorzieningen en weinig begrip en steun in de kindertijd. Soms zijn de symptomen minder duidelijk en krijgt men er pas later last van, als er sprake is van werkstress en/of een druk gezinsleven.”

Als ADHD wordt ontdekt bij een volwassene heeft die persoon zich al zijn hele leven moeten aanpassen en proberen te voldoen aan verwachtingen van de omgeving. Onbegrip en afwijzing leiden vaak tot eenzaamheid en een verstoord zelfbeeld en minimaal 75 procent van de volwassenen met ADHD heeft last van méér psychiatrische stoornissen: depressie, angsten, soms ook verslaving. Marijke van de Laar: “Je ziet dat volwassenen die worden gediagnosticeerd met ADHD vaak al zijn behandeld voor bijvoorbeeld depressie. Hun klachtenpatroon is dan altijd gerelateerd geweest aan die depressie en niet aan ADHD, terwijl de depressie wél door symptomen van ADHD is veroorzaakt.”

Lees ook: ADHD-diagnose op latere leeftijd: hoe zit het met medicijnen?

Neemt ADHD toe?

Pas sinds eind jaren negentig is ADHD als stoornis erkend binnen de volwassenenzorg. Daarvoor werd de diagnose nooit gesteld bij volwassenen. Door voortgaand wetenschappelijk onderzoek en een betere diagnostisering komen er dus meer ‘gevallen’ boven water. Marijke van de Laar ziet ook een andere oorzaak. “In deze wereld vol prikkels is er sprake van een toename van ADHD-gerelateerde klachten. ADHD’ers hebben moeite met informatie filteren.

Ze kunnen de e-mails en appjes die binnenkomen niet bijbenen. Mensen die met hen te maken hebben worden vervolgens kwaad als ze niet reageren op mails of niet komen opdagen bij een afspraak. De klachten worden vaak aan de persoon zélf toegeschreven: die deugt niet, is lui, wil niet. Maar het is geen onwil, mensen met ADHD kunnen het simpelweg niet. Gelukkig is er geen taboe meer op ADHD; mensen trekken sneller aan de bel.”

Bij vrouwen nóg later

Bij dertig tot vijftig procent van de meisjes en vrouwen wordt ADHD over het hoofd gezien. Ze vertonen ander ‘ADHD-gedrag’ dan jongens en mannen: de ADHD uit zich bijvoorbeeld als veel en druk praten en richt zich vaker naar binnen. Vrouwen melden meer stemmingswisselingen, depressie en angst. Mannen vertonen meer agressief gedrag en lijken gevoeliger voor verslavingen.

Vrouwen met ADHD zeggen meer last te hebben van depressieve gevoelens en stemmingswisselingen rond de menstruatie, na de bevalling en na de overgang dan vrouwen zonder ADHD. Er is meer onderzoek nodig dat zich specifiek op vrouwen richt, zegt Barbara Franke. “Vrouwen worden vaak niet voor onderzoeken uitgenodigd, omdat hun hormooncyclus van invloed zou kunnen zijn op de resultaten.” Maar daardoor mis je dus ook de impact van die hormooncyclus op de ADHD-gerelateerde klachten. Dat is voor een juiste behandeling een groot nadeel.

Is er iets aan te doen?

In zeventig procent van de gevallen is medicatie effectief; een bekend medicijn als ritalin geeft rust in het hoofd en helpt bij het concentreren. De meest gebruikte behandelingsvorm is een combinatie van medicatie en psychische behandeling. Onderzoek aan Radboudumc heeft duidelijk gemaakt dat mindfulness soms een werkzame aanvulling kan zijn op de reguliere ADHD-behandeling. Dat wordt momenteel nader onderzocht. Marijke van de Laar biedt in haar praktijk cognitieve gedragstherapie in combinatie met planningstraining. “Een planningscoach kijkt bij de mensen thuis waar het misgaat in het dagelijks leven.

Aan de hand daarvan worden er oplossingen ‘op maat’ gezocht: bijvoorbeeld het verzinnen van methodes waardoor je dingen minder snel vergeet en wordt geholpen geconcentreerd te blijven.” In de cognitieve gedragstherapie staat jezelf stimuleren centraal. Van de Laar: “Mensen met ADHD hebben hun hele leven commentaar gehad, ze zien zichzelf vaak als een mislukkeling. Terwijl ze alleen moeite hebben met de executieve functies, verder zijn ze gewoon mens. ADHD moet ook niet groter worden gemaakt dan het is.”

Vrouwen sneller opgebrand door ADHD

Vrouwen worden maatschappelijk nog altijd geacht anderen te steunen en voelen zich vaak schuldig als dingen die de omgeving van ze verwacht niet lukken. Jeugdpsychiater Peter Emmerich verklaart op de site van PsyQ, kenniscentrum bij psychische problemen, het verschil tussen mannen en vrouwen: “Bij meisjes is er meer intrinsieke motivatie om het goed te doen, ook in de puberteit. Dit maakt dat ze vaak compenseren of zelfs overcompenseren door heel erg te structureren.”

Psychiater Sandra Kooij ziet veel vrouwen, vooral hoogopgeleide vrouwen, die eerst zijn opgebrand voordat ze de diagnose ADHD krijgen. Op de site van PsyQ licht ze toe: “Ik zie hoogopgeleide vrouwen, enthousiast en perfectionistisch, maar aan het eind van hun latijn. Als ADHD’er kost het je nu eenmaal meer tijd om taken tot een goed einde te brengen. Daardoor gaan ze hard en veel werken. Door uitputting, weinig slaap en stress raken ze opgebrand. En pas dán zoeken ze hulp.”

Tekst | Alexander Hiskemuller

Beeld | Getty Images