Direct naar artikelinhoud
Biodiversiteit

Waalse regering wil 4.000 kilometer hagen planten: ‘Vooral goed voor dieren’

Hagen en bomen in een open landschap.Beeld © FLPA/Allen Lloyd

‘4.000 kilometer hagen en/of een miljoen  bomen.’ De nieuwe Waalse regering legt de groene lat erg hoog voor zichzelf. Maar wat is het nut ervan voor de biodiversiteit? En is 4.000 kilometer groen haalbaar? 

Een paragraaf in het Waalse regeerakkoord doet in Vlaanderen de wenkbrauwen fronsen, zo merkt ook RTBF op. De nieuwe Waalse regering is van plan om 4.000 kilometer hagen aan te leggen “en/of” om een miljoen bomen te planten. Ze wil de hagen vooral in het open landschap in Wallonië neerpoten, om zo de biodiversiteit te verbeteren. 

“4.000 kilometer hagen lijkt mij een stevig engagement”, zegt Jan Verroken van Regionaal Landschap Dijleland, een van de zestien Regionale Landschappen, de organisaties die in Vlaanderen de hagen aanleggen. “Vorig jaar hebben we in heel Vlaanderen 100 kilometer kunnen aanplanten”, zegt Verroken. “Dat zijn alle hagen, heggen en houtkanten samen.” 

De boer op

De Regionale Landschappen werken daarvoor samen met natuurorganisaties en particulieren, die een stukje grond ter beschikking stellen. De regionale landschappen vallen onder de provincies, maar krijgen ook geld van de Vlaamse overheid en van Europa om projecten te realiseren. 

“De moeilijkheid bij het planten van hagen is niet de kostprijs”, zegt Verroken, “maar wel om mensen te overtuigen om een haag aan te leggen. Je hebt dus ook personeel nodig dat letterlijk de boer opgaat om met mensen te praten.” Het Regionale Landschap Dijleland krijgt volgens Verroken 300.000 euro per jaar aan basismiddelen, maar dat kan jaarlijks stijgen tot 600.000 à 700.000 euro dankzij geld van projecten.

Meer hagen zijn op zich geen gek idee. Omdat kleine afzonderlijke bosjes voor dieren moeilijk bereikbaar zijn, hebben hagen een belangrijk nut om leefgebieden van dieren met elkaar te verbinden. Langs een haag kunnen twee populaties makkelijk met elkaar in contact komen. Hoe meer de diertjes elkaar kunnen opzoeken, hoe meer ze ook met elkaar kunnen paren. Dat zorgt ervoor dat het risico op inteelt kleiner en de genenpool groter wordt. 

“Voor egels of muizen zijn die hagen echte snelwegen”, zegt Wim Veraghtert van Natuurpunt. “Op veel plaatsen zijn de hagen of heggen al verdwenen. In Vlaanderen is dat een heel prangend probleem geworden, want de natuur is hier erg versnipperd. Kleine vogels zoals de geelgors en de kneu doen het heel slecht.” 

Over het plan om 4.000 kilometer hagen te planten, is nog veel onduidelijk. Maar voor Veraghtert hangt de effectiviteit ook af van het soort groene corridors dat ze in Wallonië willen aanleggen. Een haag of heg is dan wel een goede snelweg voor egeltjes, maar grotere houtkanten met bomen kunnen ook als luchtverkeersleiders werken voor vleermuizen. “Omdat ze bijna blind zijn en een echo uitzenden, blijven ze altijd dicht bij bomen of gebouwen vliegen”, zegt Veraghtert. “Die kaatsen de echo dan terug, zodat de vleermuizen weten waar ze zijn. Houtkanten met struiken die je enkele meters hoog laat groeien zijn dan veel waardevoller dan kleine hagen.” 

Bloemenweiden

Eerder heeft de groene ondernemer Louis De Jaeger enkele opmerkelijke ideeën geopperd om de biodiversiteit te verbeteren. De Jaeger deed een voorstel aan het Vlaams Parlement om graskantjes langs de wegen of in parken niet meer te maaien, omdat langer gras en bloemen beter zijn voor insecten dan een gemillimeterd gazon. Hij schreef ook een brief naar koning Filip om de tuinen in het Kasteel van Laken te laten uitgroeien tot bloemenweiden. 

De Jaeger vindt het Waalse idee alvast “fantastisch”, zegt hij. “Meer haagkanten zijn beter voor de biodiversiteit, maar kunnen ook beter regenwater opvangen. De wortels van de hagen houden de bodem vast, zodat die beter beschermd wordt tegen erosie. Daarnaast zijn ze ook een goede filter tegen fijn stof. Ik zou zeker alle snelwegen vol bloemen en hagen zetten.”