Categorie | Experts

Zorgverlener, til eHealth naar een hoger niveau

De eerste aanrakingen met internet brachten een visie teweeg over de immense mogelijkheden in communicatie en informatievoorziening. Vijftien jaar later is het merendeel daarvan uitgekomen. Bovendien is een klimaat gecreëerd ideaal voor technologische innovatie, welke inmiddels diep geworteld is in menig commercieel bedrijf.

Sinds zes jaar werk ik als arts assistent voor verschillende GGZ-instellingen. De ontwikkelingen aanschouwend, heb ik daarbij hetzelfde gevoel als in de beginjaren van het internet. Een groeiend aantal bedrijven heeft gezondheidszorg in het beleidsplan opgenomen en zet in op het cultiveren van nieuwe technologieën waaronder eHealth. Echter, in de verpakkings- en transportfase naar ziekenhuizen en GGZ-instellingen lijken vele van deze producten te stranden.

Op de beoogde bestemmingsplaats kom ik frequent zorgverleners en patiënten tegen met innovatieve ideeën. Deze hebben bijvoorbeeld betrekking op het EPD, telemonitoring, zelfmeting en apps. Het merendeel laat het bij deze fase, niet wetende wie zij dienen te benaderen om hun idee verder uit te werken. Het merendeel van de GGZ-instellingen heeft namelijk geen persoon verantwoordelijk voor innovatie op de werkvloer, terwijl dit van levensbelang is in bedrijven die competitief zijn ingesteld. Het is alsof onderzoek en gespreksvaardigheden in het DNA van de zorgverlener volop actief zijn en floreren, maar de genen van innovatie onder invloed van de (zorg-) omgeving uitgeschakeld worden.

Tegenover de vooruitstrevende ideeën bespeur ik bij andere collega’s een scepsis ten aanzien van eHealth; iets wat opgedrongen wordt en wat nog weinig raakvlak heeft met ‘evidence based’. Termen als disruptief en exponentieel wekken argwaan en ongeloof. Daarnaast wordt eHealth regelmatig in een adem genoemd met bezuinigingen en minder tijd voor de patient. Wellicht komt het doordat eHealth een containerbegrip lijkt, hetgeen voor verwarring en misscommunicatie zorgt.

Als we kijken naar de definitie die de overheid hanteert is eHealth: ‘Het gebruik van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën, en met name internettechnologie, om gezondheid en gezondheidszorg te ondersteunen of te verbeteren’. De websites van GGZ-instellingen lezende, wordt eHealth al snel vertaald in online therapie voor diegene die de drempel naar een polikliniek te hoog vinden of die zelf het tijdstip willen bepalen van het starten en pauzeren. Echter, juist in deze vertaalslag blijkt het gebrek aan een overstijgende visie, want eHealth biedt zoveel meer. Er ligt een schone taak van de GGZ om haar zorgverleners en patiënten een ondersteunende structuur te bieden en zo inzicht te laten krijgen in de mogelijkheden en het belang van de juiste innovaties, waaronder die van eHealth. Een nieuwe eHealth visie voor de GGZ wordt voorgesteld:

1. eHealth biedt de mogelijkheid om EPD’s te koppelen
De achilleshiel van de Nederlandse gezondheidzorg is de connectiviteit tussen data. Door gebrek aan samenwerking hebben Nederlandse zorginstellingen miljarden euro’s besteed aan tal van niet communicerende systemen waar patiënteninformatie opgeslagen ligt. Het uitwisselen van patiënteninformatie tussen instellingen kan weken op zich laten wachten en vindt zijn weg grotendeels door middel van de fax. Medicatie overzichten zijn regelmatig niet compleet en hoewel de tendens is dat de patiënt eigenaar is van zijn of haar dossier, en daarmee recht heeft om thuis inzage te krijgen, is met name in de psychiatrie dit een heikel punt. Waar onze overheid getracht heeft om draagvlak te creëren voor een nationaal EPD, laat zij dit initiatief nu over aan de markt. Er ligt een schone taak voor de overkoepelende organisaties van de GGZ, ziekenhuizen en eerste lijn om eensgezind te worden en samen een systeem te vormen. De mogelijkheden liggen al klaar op de internationale markt, waarbij verschillende partijen communicatietechnologieën hebben ontwikkeld om EPD’s te koppelen.

2. eHealth biedt de mogelijkheid voor optimale zorg in huis
Producten worden steeds meer online besteld in plaats van in de winkelstraat gekocht. Loodgieters en elektriciens worden op basis van recensies uitgekozen, en bedrijven gaan failliet omdat de klant een andere ‘manier’ heeft gevonden. Wie is de gezondheidszorg om te denken dat dit geen betrekking op haar gaat hebben? Patiënten blijven al langer thuis wonen, mede omdat het aantal opnamebedden dalende is in de GGZ. Allerlei trends zijn zichtbaar die wijzen dat zorg steeds meer in huis wordt gegeven, waar de patiënt bepaalt wanneer hij of zij de gewenste zorgverlener ziet. Het experiment van Argos Zorggroep met Google Glass springt hierop in en kan naadloos worden overgenomen door de GGZ. Heden worden huisbezoeken door de GGZ met name gedaan door de (sociaal psychiatrisch) verpleegkundige en vindt aan de hand van diens bevindingen overleg plaats met de psychiater. Google Glass zou het mogelijk kunnen maken voor de psychiater en andere teamleden om direct mee te kijken en zo nodig te interacteren.

3. eHealth biedt de mogelijkheid om de opleiding te verbeteren
De opleiding tot zorgverlener in de psychiatrie biedt nauwelijks onderwerpen die gerelateerd zijn aan eHealth of andere vormen van technologische innovatie. Het innovatie vermogen van de zorgverlener in spe komt zo steeds meer in de schaduw te staan en dooft uit op de werkvloer aangezien daar ook nauwelijks kennis wordt aangeboden rondom dit thema. Onderwijs samen met andere disciplines zoals programmeurs en technici, zou de afgeschermde gezondheidszorg kunnen doorbreken. Zo kunnen jonge zorgverleners al in een vroeg stadium inzicht krijgen in de mogelijkheden van technologische innovatie en samen eHealth projecten opstarten. Zo kan een innovatiecultuur worden gecreëerd die gelijkwaardig is aan het doen van wetenschappelijk onderzoek. Dit kan ook dan doorgetrokken worden naar de al werkende zorgverlener die meer in contact zou moeten worden gesteld met technologische universiteiten en gerelateerde bedrijven. Er zijn al enige voorbeelden van Nederlandse ziekenhuizen die een hub trachten te vormen met science parks om zo samen de brug te maken tussen ontwikkeling en implementatie van technologische innovatie.

Verbinding
Het Nederlands zorgstelsel wordt internationaal gerespecteerd, zoals ons voetbal dat ook in het verleden deed. Het is nu aan ons medisch leiderschap om te investeren in het dichten van de kloof met technologische innovatie. Met verbinding tussen ontwikkelaars, zorginstellingen en patiënten kunnen wij toetreden tot een nieuw tijdperk waar technologische innovatie vervlochten is met de huidige pilaren van de Nederlandse zorg. Internationaal is deze ontwikkeling in volle gang, en om het Nederlands zorgstelsel – in tegenstelling tot het voetbal – aan de top te hóuden, is het nu zaak hierbij aan te haken.

De eerste initiatieven daartoe worden ontplooid zoals die van verschillende jonge zorgverleners die de samenwerking opzoeken buiten het traditionele denken. Werkgroep Zorg 2025 biedt hier aandacht aan in haar komend visiedocument, dat op 18 januari 2017 tijdens het evenement ‘Bridge the (g)@pp’ in Utrecht zal worden gelanceerd. De eHealth commissie van De Jonge Specialist schrijft in haar blog djsehealth.nl over de laatste trends en gaat samenwerking aan met ontwikkelaars. De eerste aanrakingen over de kloof zijn een feit; het is tijd om stevige bruggen te bouwen.

Drs. Alexej Kuiper heeft een business administration opleiding cum laude afgerond aan de Erasmus Universiteit en is in opleiding tot psychiater bij Arkin. Hij heeft daarnaast gewerkt bij GGZ InGeest, GGZ Rivierduinen en GGZ Noord Holland Noord. Als bestuurslid van De Jonge Specialist is hij voorzitter van platform Toekomst en Innovatie, afgevaardigde in Werkgroep Zorg 2025 en lid van de Onderhoudsgroep Generieke module eHealth namens de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie.

Dit artikel verscheen eerder in Digitalezorg.nl Magazine

Laat een reactie achter

*

Digitalezorg.nl Magazine

Blijf op de hoogte via Twitter